De Kalahari woestijn heeft een oppervlakte van 360.000 vierkante kilometer, verdeeld over zeven landen: Botswana, Namibië, Zuid-Afrika, Zambia, Zimbabwe, Angola en Congo.
De woestijn dankt zijn naam aan het Tswana (lokale taal) en is afgeleid van de woorden “Keir”, wat betekent “de grote dorst” en “Kalagare” wat betekent “waterloze plek”.
Met een jaarlijkse neerslag van 5-10 inch de Kalahari woestijn is niet een echte woestijn.
Door de enorme zandvlaktes, waardoor neerslag zeer snel verdwijnt en er niets aan de oppervlakte blijft, hebben de Kalahari gemaakt tot het ”Thirst land” dat de vroege Europese kolonisten beschreven.

De woestijn is een deel van de Kalahari Basin, die de Okavango River Delta en andere nattere gebieden omvat. Het bassin omvat vrijwel geheel Botswana en meer dan de helft van Namibië.
De zandduinen van de Kalahari vormen de grootste aaneengesloten zandvlakte op aarde. Dat komt, hoewel de Sahara groter is als geheel, daar de zandduinen slechts 15% onderdeel zijn van het Sahara gebied. De Kalahari woestijn is voornamelijk vlak met een gemiddelde hoogte van ongeveer 1.000 meter boven de zeespiegel. Het zand van de Kalahari is dan weer rood, bruin of op sommige plaatsen wit. De enige permanente bron van oppervlaktewater in en rond de Kalahari is de Boteti rivier.
De duinen in de Kalahari woestijn zijn bedekt met een relatieve overvloed aan vegetatie, zoals pollen gras, struiken en loofbomen die zich hebben ontwikkeld door gebruik te maken van de  zeldzame neerslag en wilde schommelingen in de temperatuur in de gebieden.

In de zomer kan de temperatuur oplopen tot 45 graden Celsius. Het kan ook erg koud in de woestijn. Op een winterse avond kan de temperatuur dalen tot een temperatuur van – 15 graden Celsius.
In het noorden en oosten van de woestijn zijn open bossen die voornamelijk bestaan uit een soort acacia, ook bekend als de kameel doorn boom. Deze bomen zijn een cruciaal onderdeel van het woestijn ecosysteem, waar productie van voedingsstoffen andere planten stimuleren om te groeien en voor schaduw zorgen voor dieren.

Andere consistente bomen in de Kalahari zijn de Shepherd’s boom, sleedoorn en de zilvere cluster-blad. In het zuidwesten van de Kalahari is er minder vegetatie en fauna als gevolg van het droge landschap. Wat je veel ziet in het zuidwesten zijn de Hoodia cactus. Al duizenden jaren gebruiken Bosjesmannen deze planten om honger en dorst te verlichten tijdens de lange jachttochten.
De Kalahari-woestijn telt een groot aantal dieren die zich hebben aangepast aan de woestijn, waaronder gemsbokken, stokstaartjes, luipaarden, bavianen, gazellen, antilopen, verschillende soorten vogels en natuurlijk de Kalahari leeuw. De verschillende diersoorten van de Kalahari hebben zich dan wel aangepast om vele dagen te overleven zonder water of wel water te verkrijgen van planten. Er wonen ook veel reptielen in de Kalahari woestijn, bijvoorbeeld Cape cobra’s, adders en leguanen.